Maarten van Rossum openluchtspel
Ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina in 1948, werd in opdracht van de Oranjecommissie door Jan Gomez een openluchtspel geschreven. Het stuk kreeg als titel "Maarten van Rossum" en werd opgevoerd bij kasteel Cannenburch.
Jan Gomez woonde in Vaassen en was werkte bij N.V. Industrie. Hij was een bekend schrijver, een geboren organisator en bovendien de regisseur van toneelgroep Dindoa. Hij was bekend van zijn ludieke hoorspelen en toneelstukken in de openlucht. In 1964 is hij verhuisd naar Rotterdam en is inmiddels overleden.
Het openluchtspel speelt zich af op 11 november 1527 - St. Maartensdag - de dag waarop boer en burger zich voor eenmaal per jaar aan hun werk onttrekken om feest te vieren. Ze hebben zich verzameld op het voorplein bij het kasteel. De kern van het verhaal is de aanwezigheid van Julia, de dochter van Maarten van Rossum (1478-1555), de veldheer van de Hertog van Gelre. Volgens de legende is ze 25 jaar en kan al 15 jaar niet meer spreken. Als ook haar vader op het toneel verschijnt, ziet ze een visioen. Volgens veel beschrijvingen is Maarten van Rossum kinderloos gestorven, maar in een aantal er van had hij een dochter Anna. Waarom kreeg in het openluchtspel de dochter de naam Julia? Was het een zinspeling op prinses Juliana die in 1948 tot koningin werd gekroond? Of is de naam Julia vernoemd naar de dochter van Richard Cleve en Frida Cleve-Molard, de laatste particuliere eigenaren van kasteel Cannenburch?
Maarten van Rossum was van 1543 tot 1555 eigenaar van het kasteel.